In de rubriek Groene Hartenkreet delen we de ervaringen van filmmakers en filmprofessionals met Green Filmmaking. Succes of sof? Gemakkelijk of ingewikkeld? Van elkaars praktijkervaringen kunnen we het meeste leren, dus green filmmakers hoeven van hun hart geen moordkuil te maken. Wil jij ook iets delen? E-mail naar info@greenfilmmaking.com.

Deze keer: Michiel Snijders van il Luster die stelt ‘animatie is de groenste!’

Ik had wat jaartjes geleden een moeizame start met ‘Green Filmmaking’. Eerlijk is eerlijk. Niet omdat ik tegen was of ben, integendeel, maar omdat de aanpak mij zo vreemd voor kwam. Ik kon eigenlijk niet geloven dat je volwassen mensen moest uitleggen dat afval scheiden ook op een set een goed idee is. En dat carpoolen eerder norm is dan uitzondering. Helaas overschatte ik daarmee veel van mijn collega live-action filmmakers. Als een sprinkhanenplaag van auto’s, aggregaten, plastic bestek en te veel aan catering trokken ze papier strooiend door het land. Met brandende gloeilampen.


Afbeelding via It’s the Little Things (YouTube)

Tenminste, dat was mijn perspectief als animatieproducent met teveel tekenfilmverbeelding. Dat ze behoorlijk achter liepen op onze sector. Want animatie is een schone industrie. We hebben de stapels animatiepapier en de bijbehorende stapels van duizenden ‘cells’ en verf al lang geleden vervangen door digitale alternatieven. En twee jaar terug brachten mijn collega en ik zeker 200 kilo aan inmiddels – en in de toekomst – overbodige 35 mm film prints naar het afvalscheidingsstation (voor de volledigheid: dat is gewoon plastic, het is geen chemisch afval, de moderne PVC prints). We zitten als animatiesector achter relatief zuinige huis-tuin-en-keuken-computers en sturen alle films digitaal de wereld rond. Het voelt goed. Het kantoor is leger, geen stapels met filmblikken en digibeta’s en geen dozen vol plastic Dvd’s. We hebben een kantoor in de binnenstad en de meeste afspraken gaan met openbaar vervoer. We doen hier letterlijk een jaar met een doos papier. Ook de makers; regisseurs, animatoren, compositors en andere animatiespecialisten, zijn van een nieuwe generatie. Ze wonen en werken veelal in steden en als ze reizen is dat hoofdzakelijk per openbaar vervoer. Een grote studio richten we per definitie op naast een OV-hub. En daarnaast werken ontzettend veel mensen thuis in hun eigen mini-studio.

Maar ondertussen ..

Ondertussen bewegen wij ons in vliegtuigen voor onze internationale coproducties met tassen vol gloednieuwe laptops en smartphones door de lucht. Altijd op weg naar onze conferenties, afspraken en festivals in vele buitenlanden. En onzichtbaar zoemen er ergens mega-opslag-computers die onze ‘cloud’ vormen. Het papier is weg, de ontwikkelbaden zijn droog, maar de files staan op Dropbox en Google Drive, de films op WeTransfer en Vimeo en voor de verkoop op diverse VOD- en DCP-servers.


Afbeelding: Animation The Sustainability chalenge — by GRI

 

Uiteraard zijn er energiezuinige panden met groene stroom. Maar waar zijn de ‘duurzame’ cloud-providers? En waarom zorgt Apple er voor dat -als ik de updates blijf doen- mijn pc, telefoon en horloge elke twee jaar vervangen moeten worden, zonder dat daar eigenlijk echt aanleiding voor was? En zitten we echt te wachten op 16K film? Die opslag is niet gratis, ook niet in termen van energieverbruik. En moet het halve Filmfonds en half producerend Nederland naar Berlijn met het vliegtuig? En willen we echt samenwerken met China? Dat vieze vervuilende land met slechte arbeidsomstandigheden?
Het zijn niet echt specifiek op film of animatie gerichte vragen denk ik. En het punt van ‘groener’ werken is niet om alles wat potentieel vuil is, af te schaffen. Of om alles wat niet duurzaam is als een probleem te zien. We hoeven niet ineens FSC houten films te maken op duurzaam bamboe. Hoewel dat in animatie dus wel kan.


Afbeelding via ecosanity.org

Persoonlijk denk ik dat ik niet zo snel een nuttige bijeenkomst laat schieten omdat ik minder wil vliegen uit milieuoverwegingen. Net zo min ik een vakantie laat schieten om die reden. Ik denk dat ik zakelijk dus net zo groen ben als privé. Een beetje groen. Boven gemiddeld wellicht? Geen idee. Ik heb zonnepanelen op mijn huis en scheidt mijn afval braaf, maar rij vrij veel nutteloze kilometers in mijn pret-auto. Dagje minder vlees. Dat soort dingen. Ik vind het eigenlijk normaal.

Maar de gedachte dat je ook als filmmakers net als de hele wereld moet proberen om duurzamer te leven en werken, blijft moeilijk te verkopen kennelijk. Veel mensen zien vervuiling en dergelijke als een overheidsprobleem. Ze zien hun persoonlijke minuscule bijdrage als druppel op gloeiende plaat. ‘Ze’ moeten daar wat aan doen, vindt men. Maar als ‘ze’ dan echt iets doen, door regelgeving aan te passen bijvoorbeeld, klaagt de burger er weer over. Daarnaast doen mensen veel initiatieven af met ‘uiteindelijk maakt het niet veel uit want China bouwt drie kolencentrales per seconde’. En ‘de energiebesparing van een Tesla streep je weg tegen de vervuiling van de fabricage.’

Tuurlijk, de wereld gaat uiteindelijk aan de mensheid ten onder, en iedereen kan alle statistieken naar zijn eigen mening toe rekenen. Het is ingewikkelde materie. Maar zou je niet graag hebben geprobeerd het tegen te houden als de tsunami eindelijk de grachtengordel bereikt?
Ik vind dat het altijd goed is om zoals het cliché wil ‘deel van de oplossing te zijn en niet enkel van het probleem’. Meer kan ik er persoonlijk niet van maken.


Afbeelding via Vegetarian Body (Pinterest)

Deel van die oplossing is wellicht animatie. “Er liggen goede animatiealternatieven in de schappen“. Animatie als de vegetarische film. Wij noemen de ‘live action film’ bij gebrek aan goede vertaling tenslotte al jaren gekscherend de ‘vleesfilm’, vanwege al die acteurs en actrices die er in zitten. Het is geen wedstrijd, we weten het. Maar kleur ons groen en zet ons in een vitrinekasje! Animatie is de groenste!