Green Film Making kijkt wederom tevreden terug op haar samenwerking met IDFA dit jaar. Op woensdag 23 november presenteerde GFM twee films en besprak deze na met een aantal bijzondere en deskundige gasten. De opkomst was talrijk en de gesprekken na de films waren stimulerend.

Wat en wie er die avond te zien en te horen waren zetten we hieronder nog even op een rij.

The Borneo Case – Dylan Williams / Erik Pauser (2016)
Nagesprek met Paul Wolvekamp (Both ENDS), o.l.v. Els Rientjes (Green Film Making)

De film:
‘Mijn huis is hier onder ergens’ wijst een man in een gemotoriseerde kano terwijl hij over een kunstmatig meer scheert. De provincie Sarawak op Maleisisch Borneo was ooit het soort plek uit een droom: regenwoud, watervallen, de mens die in harmonie met de natuur leeft. ‘Was het soort plek’, aangezien 90% van het oerwoud inmiddels is verwoest door de gebruikelijke verdachten: een corrupte overheid, houtkappers en de grootste internationale banken. Ze zijn samen verantwoordelijk voor het illegaal gebruik van land en natuurlijk grondstoffen uit winstoogmerk: kappen van tropisch hout, turfgrond voor palmolie plantages, mineraalmijnen en de bouw van hydro-elektrische dammen. We volgen een team van doortastende onderzoeksjournalisten en activisten die in de loop van 25 jaar proberen de verstikkende greep op het land los te wrikken. Hun onvermoeide inzet leidt tot een onverwachte uitkomst.

De spreker:
Paul Wolvekamp is net terug uit Thailand, waar hij een bijeenkomst van de Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO) heeft bijgewoond. Als lid van het College van Bestuur kent hij situaties als ‘The Borneo Case’ als geen ander. Paul is tevens de adjunct-directeur van Both ENDS, die samenwerkt met organisaties, vooral in ontwikkelingslanden, om duurzame oplossingen voor problemen rond milieu en armoede te vinden. Sinds 1989 heeft hij met Both ENDS verschillende opdrachten voor de Nederlandse overheid en de Europese Commissie uitgevoerd en zet hij zich in het bijzonder in voor de bescherming van het milieu en de rechten van de mens. Een van zijn boeken, getiteld ‘Bossen voor de Toekomst’, bekijkt hoe inheemse gemeenschappen het evenwicht tussen hun samenleving en hun bosomgevingen kunnen behouden wanneer zij worden geconfronteerd met toenemende druk van buitenaf.

Abandoned Land – Gilles Laurent (2016)
Nagesprek met Germen Boelens (Corrino) en Jacob Namminga (Greenpeace) en sound designer van de film Alexander Davidson, o.l.v. Els Rientjes (Green Film Making)

Meneer Matsumura heeft tientallen katten. Dat was niet zo gepland, ze werden hem samen met onder andere een struisvogel in de schoot geworpen. Tijdens de kernramp in Fukushima werden de meeste dieren in de haast achtergelaten. Meneer Matsumura besloot als een van de weinigen te blijven. Nu, een aantal jaar later, stimuleert de Japanse overheid de ongeveer 150.000 evacuees om langzaam weer terug naar huis te keren. Ze zeggen dat het veilig is. De huurtoeslag voor getroffenen stopt in 2017. Vrijwilligers helpen een ouder echtpaar hun tuin van straling te ontdoen door de bovengrond weg te scheppen. Voordeuren gaan van het slot, luiken worden weer geopend. Maar veel mensen zijn bezorgd. Wat zijn de langdurige gevolgen van straling? Welke prijs moet worden betaald om thuis te zijn? Voor meneer Matsumura is geen prijs te hoog.

Germen Boelens
Toen in de lente van 1986 de kernreactor in Tsjernobyl ontplofte, besloot Germen Boelens  milieukunde te gaan studeren. Na dit jaren te hebben toegepast in het onderwijs, onder andere als ontwikkelaar van lesprogramma’s in Natuur en Milieu, maakte hij in 2013 een ommezwaai naar fictie-producent. Hij had al zijn eerste scenario geschreven voor regisseur Hanro Smitsman, de speelfilm ‘Skin’, en dat smaakte naar meer. Nu is hij werkzaam voor Corrino, en maakt hij naast fictie en animatiefilms, ook films voor het Duurzaamheidsprogramma van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Zijn groene achtergrond bloeit nog volop.

Jacob Namminga
Jacob Namminga is al twee keer in Fukushima geweest. De eerste keer in 2011 net na de ramp, om met een internationaal team van stralingsdeskundigen onafhankelijke veldmetingen te doen in het gebied rond de kernreactor, om te evalueren wat de echte risico’s van straling zijn voor de lokale bevolking. Begin dit jaar is hij weer geweest, werkend aan een onderwater onderzoek naar de gevolgen van radioactieve besmetting op de Stille Oceaan. Dit alles onder de vlag van Greenpeace, waar hij al 10 jaar actie coördinator is en de stralingsdeskundige van Greenpeace Nederland. Naast Fukushima heeft hij ook metingen gedaan in Tsjernobyl en veldwerk naar het lekken van radioactief afval in Huelva, Spanje.