Iedereen wil en de oplossingen zijn er, we moeten elkaar alleen nog weten te vinden om kennis te delen, toegang te krijgen tot de juiste materialen en toepassingen te realiseren. Dat was de conclusie waar alle aanwezigen het dinsdagavond 20 februari roerend over eens waren aan het einde van een inspirerende workshop Duurzame Catering in BlueCity in Rotterdam. Een enthousiaste groep cateraars, locatiemanagers, producenten en ondernemers waren samen gekomen om ideeën uit te wisselen voor een duurzame aanpak op de set. En ideeën te over.

Duurzame trade fair

In de prachtige ronde zaal in het voormalig tropisch zwembad met uitzicht op de Maas, hadden verschillende leveranciers en initiatiefnemers een duurzame trade fair opgebouwd. Harm Bredero bracht zijn vernieuwde Setsink. Tijn Heerkens van Locatiewerk kwam onder andere met zijn nieuwste aanwinst, een elektrische fiets. Biofutura had een grote variatie aan verschillende duurzame disposables meegebracht. Voedingsmiddelen op basis van krekels waren te bewonderen bij Burgs Foods. Anne Stijkel promootte haar model voor duurzame financiering Geld GROEN Wassen. Stichting Buurtcompost bracht 1000 wormen in een speciaal demonstratie hotel mee. De mannen van Wattsun trokken veel aandacht met hun stapelbare pop-up power elementen. En het initiatief Rotterzwam, dat het groeien van oesterzwammen op koffiedik promoot en ook is gevestigd in BlueCity, stelde ondanks de brand in hun ruimtes vorig jaar Mei een aantal growkits ten toon.

Voor aanvang van de workshop hadden de deelnemers ruim de tijd bij alle kraampjes langs te gaan en daar werd ook gretig gebruik van gemaakt. Tegelijkertijd werd er een heerlijke circulaire maaltijd van quiches en salades geserveerd door het team van BlueCity. Tijdens dit gezamenlijke eten vlogen de ideeën en ervaringen al over tafel.

Introductie

Margreet Reijntjes in actie.

Er gaat van alles gebeuren!’ Presentatrice Margreet Reijntjes opent de avond door alle aanwezigen hartelijk welkom te heten en legt uit wat er allemaal te verwachten is. Sustainability Manager Els Rientjes bijt te spits af met een overzicht van de stand van zaken. Ten eerste een bedankje, de avond is mede tot stand gekomen met input van cateraars Sandra Hoffman en Esther Akkerhuis die jammer genoeg beiden niet aanwezig konden zijn in verband met ziekte. Vanavond dus voor het eerst Green Film Making in Rotterdam. Els maakt duidelijk dat de cateraars, locatiemanagers en producenten/productieleiders samen de motor zijn om een filmset te verduurzamen. Deze drie-eenheid is namelijk verantwoordelijk voor de logistiek en als ze niet goed samenwerken, dan mislukken de goede intenties vaak. Vandaar deze keer de focus op de catering, omdat je daar van alles tegelijk te pakken hebt qua verduurzamen. De cateraar komt alles tegen, inkoop, transport, energie etc. Het is een spin in het web.

Maar hoe gaat het nu? De intenties zijn er, maar het mislukt nog vaak op de set. Je wilt namelijk geen nee verkopen en dat heeft tot gevolg dat er te veel spullen op de set komen. Je gaat zo hard als je zwakste schakel en die wil je niet zijn.

Uit ervaring heeft Els gemerkt dat iedereen nog steeds denkt dat duurzaam werken duur is. Dat is echt een illusie. Als je op tijd begint ben je efficiënt en haal je het echt terug op je budget. Je moet wel zorgen dat het door iedereen wordt ondersteund. Iedereen moet mee doen uit zijn eigen expertise, dus communiceer hierover en betrek je crew erbij.

Green Film Making heeft al veel tests gedaan, bijvoorbeeld met kraanwater in plaats van plastic flesjes, in samenwerking met Joint he Pipe. Els vraagt wie in de zaal nog recentelijk met plastic flesjes op de set heeft gestaan en dat zijn er nog wel een paar. Maar meer dan de helft geeft ook aan recentelijk met kraanwater te hebben gewerkt, dus we zijn goed op weg. Dit geeft aan hoe belangrijk het is om tests te doen op de set. En de aanwezige ondernemers van de duurzame markt kunnen nog meer innovaties bieden die de catering op de set verduurzamen.

Waar zijn we?

Arabella van Aartrijk vertelt over BlueCity

Na de introductie van Els vertelt Arabella van BlueCity iets meer over de bijzondere locatie. Arabella werkt voor het team events, is rondleider binnen BlueCity en is zelf ook ondernemer. Het sleutelwoord voor BlueCity is transitie. Zij hebben met precies dezelfde uitdagingen te maken als op de set. We hebben allemaal te maken met overvloed en proberen oplossingen te vinden om daar op de juiste manier mee om gaan. Veranderingen waardoor je niet met pijn in je buik eten en spullen hoeft weg te gooien. Het gebouw BlueCity staat zelf ook symbool voor hergebruiken. Het zwemparadijs Tropicana ging failliet onder andere omdat de energierekening te hoog was. Maar het pand bleek niet nutteloos zonder de functie van zwembad. Een groep ondernemers zijn als een soort antikraak in het pand gestart en droomden hoe tof het zou zijn om onderdak te geven aan meer ondernemers en volledig zonder kaders te kunnen denken. Vooral ook met een focus op reststromen en het sluiten van kringlopen. Dat lukt steeds beter, ze proberen kringlopen te vormen en schakels tussen de verschillende ondernemingen te maken. De output van de een is de input van de andere. Circulair dus. Een voorbeeld hiervan is het interne restaurant Alohabar en Rotterzwam die oesterzwammen kweken. Daar is een kringloop tussen de koffieprut van Aloha die de zwammen groeien die ze weer kunnen gebruiken in gerechten. We kunnen het vanavond ook uitproberen met de oesterzwam bitterballen bij de borrel. Bij zo’n bitterbal in plaats van een met vlees bespaar je 15 liter water per bal uit!

Het is een puzzel en een uitdaging, veranderingen komt niet van de een op de andere dag, maar dit jaar willen ze een volledige zero waste locatie worden voor evenementen en kantoor. Het gaat nog niet altijd goed, bijvoorbeeld met de portionering bij de catering. In dit kader mogen alle aanwezigen aan het eind van de avond doggie bags vullen met het overgebleven eten en mee naar huis nemen. Dat adviseer ik jullie ook bij producties. Arabella wenst iedereen veel inspiratie.

Down in the Dirt

En toen ging het los in de afvalscheidingsproef onder leiding van Jurriën de Pijper en Cor Gerritsen van afvalverwerker Renewi. Een grote hoeveelheid dozen met verschillende labels werden op lange tafels uitgestald, een container met afval naar binnen gerold. Het wordt rumoerig en mensen komen uit hun stoelen. Op de vraag om vrijwilligers hoefde er niet lang op antwoord gewacht te worden. Die waren snel gevonden en in witte jassen gehesen. Arie van Buurtcompost, Sander van Burgs Food, productieleider Milou en Wouter van Biofutura waren zeker niet te beroerd om de container met afval uit de keuken van BlueCity eens goed door te spitten. Arie wel met de voorwaarde dat hij al het organische afval mee mag nemen voor zijn wormenhotels. Dat was een deal!

De bedoeling is om de verwarring over hoe je nu op de goede manier afval scheidt weg te nemen en aan het eind te kunnen laten zijn wat er allemaal eigenlijk niet bij het restafval weggegooid had hoeven worden. Jurriën legt de achterliggende gedachte van dit experiment uit. Het is een anatomische les van de vuilniszak. Een zero waste expeditie. Want hoe bereik je het ideale punt van zero waste? Door met je handen in het vuil te zitten en alles te bekijken. Hierdoor bouw je het beste een band op met het vuil en ga je de waarde ervan zien. Het streven van Renewi is ze zoveel mogelijk afval weer op te waarderen naar grondstof. Er zit wel een groot verschil tussen huishoudafval en wat er uit het bedrijfsleven komt. Bij particulieren wordt er al wat gesubsidieerd gescheiden, bijvoorbeeld plastic. Maar bij bedrijven gebeurt dat nog niet, vooral ook omdat het te duur is. Als je de stromen echter apart houdt kan het wel.

Er wordt van alles gevonden in de zakken, reuzel, schuursponsjes, schoonmaakmiddel verpakkingen en vooral ook etensresten. Jurriën vertelt dat deze proef ook in Amsterdam in de Plantage buurt is gedaan bij culturele instellingen. Daar is de ambities om binnen 5 jaar op 87% grondstofwinning over te gaan. Door middel van de proef kon er voor elke instelling een speciaal plan worden opgesteld dat aansluit bij de afvalstromen van die plek.

Men vraagt zich af welk plastic nu waarbij hoort? Dat is een lastige vraag. Er zijn ontzettend veel verschillende soorten plastic. Een heel groot gedeelte van ons plastic gaat naar China. Die stellen tegenwoordig strengere eisen. Vroeger mocht verschillende kleuren folie bijvoorbeeld door elkaar, maar nu mag dat niet meer. Alles apart en ook nog schoon aanleveren is echter bijna nooit haalbaar.

Voor kleurcodering bij het scheiden zijn er nog geen vaste regels. Iedereen mag het zelf bepalen en dat geeft verwarring. Margreet vraagt waarom er in Europa geen overkoepelende wetgeving is over de kleuren voor het gescheiden ophalen. Het zou makkelijker zijn, maar het gebeurd niet. Ook Nederland geeft geen richtlijnen aan gemeenten hoe het moet. Is er geen rol voor de afvalverwerkers om dit af te dingen? Zij hanteren de meest gangbare kleurcodering, glas is geel, groen is organisch, oranje is plastics etc. Dat gaat wel voor particulieren. Maar ook hier is het bij bedrijven lastiger.

Cor is zeer tevreden over de vrijwilligers en wil ze graag een flex contract aanbieden om elke avond op te treden. Ook sluit de inhoud van de zakken goed aan bij het thema catering. Er zit heel veel organisch restmateriaal in de bak.

Er zit een oplossing in hoe je zelf thuis boodschappen koopt. Hiermee kun je verspilling vermijden. Vijftien procent van wat we in de supermarkt betalen is voor de verpakking. Je kunt dus stapje voor stapje gaan kijken naar verpakkingen, kan ik het vermijden? Is het recyclebaar? Vroeger was het heel normaal dat je met een pannetje naar de Chinees ging en dat gaat vast en zeker terugkomen. Het is mogelijk om zero waste te gaan, kijk naar het voorbeeld van Bea Johnson die met haar gezin van 4 personen nog maar 1 wek fles afval per jaar genereert. Natuurlijk is dit nog een uitzondering, zero waste is nu nog een utopie. Maar volgens Cor is het over 5 jaar misschien wel realiteit.

Alle afval is inmiddels verwerkt. Cor en Jurriën gaan alle dozen wegen en zien wat de percentages zijn van de verschillende soorten afval om te bepalen wat hergebruikt kan worden en ook wat voor kosten daaraan verbonden zijn. Aan het eind van de avond delen ze de bevindingen.

Vertaling naar de filmset

Als Jurriën en Cor van het podium zijn verdwenen met hun dozen en achter de schermen hun onderzoek doen, neemt Els de microfoon weer over om uit te leggen wat de situatie van afval scheiden op de filmset is.

Vergeleken met twee jaar geleden verdienen de aanwezige cateraars en producenten al een groot compliment. Want het is nu al gebruikelijk dat je van tevoren samen overlegt over de inkoop en transport. Els is benieuwd hoe ver we gaan komen in de film met het beheersen van de verschillende reststromen. Er zijn helaas nog wel steeds cateraars die alles voorverpakt bij de Makro kopen. Green Film Making heeft scheidingsproeven gedaan bij verschillende producties. Daar kwam uit dat de crew best wilde meewerken en het gaf een goede spirit op de set. Maar er is nog een hoop te leren. Het scheiden lukt wel, maar het wegbrengen is een groot probleem. We zijn geen burger, dus het kan niet bij het huisvuil. En we zijn ook geen bedrijf. Dus wat moeten we ermee? Tijn werd vroeger soms ‘s nachts gebeld, omdat een auto van Locatiewerk bij een benzinestation was gezien die zakken dumpte. En of ze even mochten cashen.

In het buitenland gaat het beter, bijvoorbeeld in Brussel. Daar krijg je naast je subsidie van Screen Brussels van de stad ook een pasje waarmee je je afval weg kunt gooien of je krijgt zakken met filmlogo en als je eind van de dag belt komen ze het ophalen. Als dit in elke stad in Nederland zou kunnen, dat zou fantastisch zijn. Een ander voorbeeld uit België komt van Wim Goossens van Box Rentals. Bij hem bestel je een karretje waar alle afvalbakken met gekleurde zakken op zitten die je mee neemt op een trailertje. Dan hoef je niet op elke locatie een container te huren die ook weer opgehaald moet worden. Een kar als deze bespaart dan veel geld. Een ander nuttig voorbeeld is navullen en grootverpakkingen van schoonmaakmiddelen van Ecover. Als er op strategische plekken van deze navulpakken staan, bespaar je heel veel verpakking. De kraanwater stap is in ieder geval gemaakt. Je kunt met Jerry Carries werken op locatie. Els denkt dat over een paar jaar iedereen gewoon een fles heeft en er helemaal niets meer gekocht of afgewassen hoeft te worden voor watervoorziening.

Paneldiscussie ‘Afval in de filmbranche

Uit het voorbeeld uit Brussel blijkt dat gemeenten een grote rol kunnen spelen in het faciliteren van een goede afvalverweking op de set. Daarom zijn zowel de film commissioner van Rotterdam, Saskia Kagchèl als die van Den Haag, Ing Lim, uitgenodigd om samen met Cor van Renewi die in Amsterdam is gevestigd, het panel te vormen om hierover in detail verder te praten.

Eerst worden de panelleden kort geïntroduceerd. Saskia vertelt dat het haar taak is om bij de gemiddeld 800 draaidagen per jaar die in Rotterdam plaatsvinden zo veel mogelijk obstakels en bureaucratische rompslomp weg te halen. Anders gaan ze ergens anders naar toe. Volgens Ing Lim is het van belang dat je als stad af en toe in beeld bent, anders besta je niet. Hij werkte lang als locatiemanager en ondanks dat hij het reizen mist, vind hij het leuk om nu in het groot te werken. Cor van Renewi vertelt dat ze vooral werkzaam zijn bij de 19 culturele instellingen in de Plantagebuurt in Amsterdam om te proberen collectief naar zero waste te gaan in navolging van het gemeentebeleid. Dat gaat op het gebied van techniek, mobiliteit en CO2 vermindering, afval en grondstoffen. De filmwereld zou hier ook in kunnen passen.

Hoe is de situatie nu in Rotterdam? De verantwoordelijkheid ligt bij de crew zelf, legt Saskia uit, er is geen speciaal beleid van de gemeente op het gebied van milieu. Ze stellen geen eisen, sterker nog, je moet je afvragen in hoeverre faciliteren altijd helpt. Aan de ene kant kun je faciliteren door bv stroompunten of waterpunten aan te bieden, maar je kunt ook de andere kant op en mensen verbieden om vervuilend te werken. Je kunt voorwaarden stellen als er veel draaidagen zijn en je zelf de subsidie verstrekt als gemeente, zoals in het voorbeeld van Brussel. Maar een vergunning ja of nee ligt bij verschillende afdelingen, dus dat kan niet zomaar centraal worden geregeld.

Waar zouden we naar toe moeten op het gebied van afval? Ing Lim vindt dat er tot nu toe wel een oplossing wordt gevonden voor afval, door locatiemanagement. Er worden containers besteld, maar er wordt niet gesorteerd. Het eind is in principe dat er een milieuzone wordt ingesteld, ondanks dat daar vervolgens weer ontheffingen voor worden uitgeschreven. Maar dat zal steeds minder worden. Aangezien de filmsector klein is, zullen we mee moeten in de overkoepelende wetgeving.

Zouden idealiter niet alle instellingen en gemeenten in Nederland aan dezelfde richtlijnen moeten voldoen? Els weet dat er in Amsterdam een plan ligt voor eisen voor events in de stad, waar iedereen in de toekomst aan moet voldoen voor een vergunning. De filmwereld zal daar op den duur onder geschoven gaan worden en dan mag je niet meer met je vuile generator in de stad komen. Maar Amsterdam is een factor 100 groter dan Den Haag en daarom gaat het daar sneller. In Den Haag is het nog meer een idee, al kan hier met de aankomende verkiezing misschien wat aan gedaan worden. Cor legt uit dat Renewi in Amsterdam al begonnen is om aan de eisen te werken. Een event is eigenlijk een tijdelijk bedrijf die te maken krijgt met dezelfde soort beperkingen en vergunningen als het bedrijfsleven. Je moet de terugkerende factor meenemen in je planning, dat geld voor filmproducties ook, door te laten zien welke stappen er al gemaakt zijn. Dat gaat nu nog uit eigen motivatie, onder de noemer maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO), maar dat zal snel meer een verplichting worden.

Kun je als gemeente voorrijden bij een filmset voor afvalverwerking? Saskia zegt dat dat altijd kan, maar de vraag is wie de rekening betaalt. De situatie verschilt ook per stad, in Rotterdam kan iedereen overal iets weggooien, je hebt geen pas nodig voor containers. Waar wel een slag in te maken is, is dat als je naar een milieupark wil als ondernemer van buiten de stat, dat je daar gemakkelijker terecht zou moeten kunnen. Nu zijn er allemaal eisen aan verbonden, bijvoorbeeld dat je geregistreerd moet staan in Rotterdam. In dat scenario ligt de verantwoordelijkheid van het scheiden bij locatiemanagement. En GFT kan bijvoorbeeld niet afgegeven bij het milieupark.

Als jullie het voor het zeggen hadden in Den Haag of Rotterdam, wat zouden jullie dan veranderen? In Den Haag zou Ing Lim wel willen veranderen dat je voor alles een pasje moet hebben, er zijn nu geen open containers. Als dat opgelost zou worden is hij al een heel eind verder. Maar dat is nog een lange weg, want kan niet beslissen over bestuurszaken. Maar hij gaat het zeker aangeven met behulp van het verslag van deze avond. De oplossing ligt volgens hem wel bij de gemeente en niet bij particuliere afvalverwerkers.

Uit de zaal wordt geopperd dat het volume afval wat we genereren op de gemiddelde set heel weinig is en dat je het gewoon kwijt kan in de dichtstbijzijnde ondergrondse containers.

Maar er moet bewustwording komen van de overvloed: dat alles wat naar de set wordt gebracht, ook weer weg moet. We moeten dat toch allemaal individueel doen, dat besef aanzwengelen. Van de producenten moet je het niet hebben. Als je nu namelijk aan de gemiddelde producent vraagt naar facturen van afvalverwerking, zal je zien dat er niet voor betaald is.

Maar naast eigen verantwoordelijk moet er misschien toch iemand zijn die het overzicht heeft? Zou het een incentive moeten zijn vanuit het Filmfonds?

Tijn is daar zeker voor. Er is het cash rebate systeem. Als je gescheiden afval 80% of 100% rebatable maakt en als je geen facturen kunt laten zien van afvalverwerking, dan heb je een probleem. Dus als je gewoon een groot deel van je factuur van Renewi terugkrijgt, is dat opgelost. Of het rekenvoorbeeld van België met transport van de crew. Geen individuele km vergoedingen meer geven aan de crew, maar mensen samen een zuinige huurauto geven. Dit bevordert het carpoolen en deze rekeningen komen wel in aanmerking voor de incentive. Het mes snijdt aan 2 kanten en de producent kan dan ook een iets duurdere hybride auto huren. Dat is een rol voor het Filmfonds.

Andere ideeën uit de zaal:

  • Je kunt ook op scriptniveau denken, bijvoorbeeld moet je perse een uur in een auto praten, kan dat niet in een park?
  • Je kunt ook elke departement verantwoordelijk maken voor zijn eigen afval. Je moet het terugduwen. En de verschillende zakken, de kan productie uitdelen op de crewborrel. Dan krijg je ipv een t-shirt met de titel van de film een gekleurde afvalzak. Of achteraf bij de wrapborrel een zakje met de compost van de afgelopen dagen uit het wormenhotel.
  • Cor voegt hieraan toe dat je een grondstoffenregisseur zou moeten hebben, die weet met wie je moet praten om een probleem op te lossen. Je kunt de compost die he genereerd op de set weer meegeven als producent aan crew of anderen. Denk niet in afval maar grondstof. Groen is poen!
  • Saskia vult aan dat we als sector onze behoeftes duidelijker moeten aangeven, dan kan ze er wat mee voor draaien in Rotterdam. Wil je generatoren, krachtstroompunten? Zij kunnen dat dan koppelen aan andere activiteiten in de stad, zoals events. Wij hebben alle locatieprofielen op de website staan met alle details.
  • Men wil graag opladen in de stad. Dat moet kunnen via het bestaande auto oplaadsysteem. De oplossingen voor de locatie zelf zijn er, bijvoorbeeld de GreenBattery, Firefly, de bus van Het Licht, Wattsun. Tijn wil best investeren in die applicaties. Maar mag de filmsector gebruik maken van het bestaande systeem van de gemeente? Het gesprek moet aangegaan worden, het liefst ook met iemand erbij met de technische knowhow. Een overzicht van stroompunten in de stad hoort daarbij.
  • Naast de kennis over faciliteiten op verschillende locaties is het daarna nog steeds zaak dat het ook voor een crew toegankelijk is, want dat is vaak nog een probleem omdat een crew niet een lokaal bedrijf is.
  • Cor beloofd dat hij in de Plantagebuurt wel wil kijken in overleg met Simon van de gemeente of hier een oplossing voor te vinden is. Els biedt aan als tegenprestatie hier een filmpje over te maken dat de gemeente kan gebruiken om zich te promoten als duurzaam.
  • Harm Bredero zit in het bestuur van Urban Street Forest, die vergroenen balkons en daarbij doen ze met Carbon Karma aan compensatie van CO2 uitstoot. Lux en Co, een groot lichtbedrijf, is hun eerste klant waarvan de hele uitstoot wordt gecompenseerd door een aantal bomen op balkons in Amsterdam. Misschien kunnen we zo een CO2 neutrale filmset ontwikkelen door te compenseren wat we niet kunnen vermijden op andere manieren. Tijn had dat graag geweten! Dus heel duidelijk is er behoefte aan communicatie en uitwisseling.
  • Ing Lim wil met de rapportage van deze bijeenkomst en de uitgesproken behoeften naar de desbetreffende gemeenten stappen.

Pitches voor de werkgroepen 

Het tweede deel van de avond was speciaal ontworpen voor een meer actieve deelname van alle aanwezigen en goed gebruik te maken van alle aanwezige kennis. Vijf moderators pitchen een stelling die hierna in kleine groepen verder werden uitgewerkt. De uitkomsten hiervan kan Green Film Making oppakken voor een vervolgstap en concretisering.

Pitch Locatiewerk

Moderator: Tijn Heerkens

Tijn vertelt over zijn nieuwe uitvinding voor op de set; het vacuüm toilet. Geïnspireerd door toiletten in vliegtuigen heb je daarop veel minder water nodig en is veel aangenamer dan een Dixi. Normaal heb je 5 liter water nodig om je toilet door te spoelen. Op een vacuüm toilet is dat maar 0,5 liter. Je spaart dus 10x zoveel uit. Omgerekend spaar ik op jaarbasis zoveel uit aan water en transport dat ik 2 tankwagens vol helemaal naar Saudi Arabië kan laten rijden. Verder is hij altijd enthousiast om te kletsen over nieuwe materialen en denken hoe we het samen kunnen gaan doen. Dan gaat er iets gebeuren!

 

Pitch Stichting Buurtcompost

Moderator: Arie van Ziel

Arie heeft een oplossing voor de filmset die tot de verbeelding spreekt. Om vergroening vorm te geven is Arie overgestapt van architectuur naar compostering. Gemeentes lopen tegen het probleem van het verwerken van gft-afval aan. Het voorstel van de stichting om te werken met wormen en te composteren op buurtniveau konden ze simpelweg niet afslaan. Wormen hebben waardevolle poep en eten alles. En je kunt de poep als compost gebruiken. In Amsterdam staan er al verschillende wormenhotels op straat ondanks dat iedereen dacht dat Amsterdammers geen gft wilden inzamelen. Mensen worden er juist heel enthousiast van en gaan door weer en wind hun emmertjes legen. Er is nu ook een ondergronds model. Hier gedijen de wormen beter in doordat ze onder de grond zitten. 60 huishoudens legen in deze eerste ondergrondse ton en nu na 1,5 jaar is hij nog steeds niet geleegd! Gewone containers worden 1 a 2 keer per week geleegd met maar 30 huishoudens. In New York composteren al 600.000 inwoners. Wormen eten van alles, ook papier, dus je hoeft niet vies moeilijk te gaan scheiden. De compost gaat terug naar de buurtbewoners. Is dit toepasbaar voor de filmindustrie? Misschien een rijdend wormenhotel dat meereist met de crew op de set?

PitchGeld Groen wassen”

Moderator: Anne Stijkel

Als je wilt verduurzamen, maar je hebt geen geld, dan is dit speciale leensysteem bij een klant in plaats van de bank een oplossing. Geld Groen Wassen is een concept geschreven van consumer to business. Er zijn al heel veel verschillende plekken waar ze het met succes hebben toegepast door te lenen bij de klanten. Bijvoorbeeld boeren die zonnepanelen wilden, dat lukte. Je klanten krijgen in ruil een tegoed die ze later kunnen inleveren. Ze krijgen er dus meer voor terug. Anne denkt dat het zeker toepasbaar is op wat ze hier heeft gezien en gehoord. Het kan ook bij kleinere bedrijven. Het gaat om hoe je je eigen creativiteit inzet. Els weer dat er vragen zijn vanuit cateraars om hun bus aan te passen. Zou dit een oplossing voor hen zijn om het te financieren?

Pitch: Afval op de filmset

Moderators: Jurriën de Pijper en Cor Gerritsen – Renewi

Eerst de uitslag van de afvalproef van vanavond: 75% was GFT en koffiedrap, 7% glas en maar 3% restafval. Wat dat betreft was het erg vergelijkbaar met een filmcatering afvaldag. Er valt hier dus heel veel te halen richting zero waste en financieel. Jurrien wil graag weten hoe zij als Renewi een haalbare logistiek kunnen opzetten voor de filmbranche waardoor ze afval weer grondstof kunnen maken. Een grote uitdaging waarvoor we samen naar oplossingen kunnen zoeken.

 

 

 

Pitch SuperUse: Oogstkaart

Moderator: Jos de Krieger

Jos legt eerst uit wat het architectenbureau SuperUse Studios precies doet. Ze zijn nu oa bezig met de ontwikkeling van BlueCity. Hun projecten centreren zich rond hergebruik in de architectuur. Zo hebben ze bijvoorbeeld gewerkt aan een speeltuin in Rotterdam gemaakt uit een afgedankte windturbine: ‘Wikado’. Het materiaal van een windturbine kan nog niet gerecycleerd worden. Ook hebben ze een Oogstkaart voor materiaalstromen ontwikkeld waar aanbieders en afnemers elkaar kunnen vinden voor materialen uit verschillende industrieën. Het zijn dus waardevolle grondstoffen, op de verkeerde plek. Dat zal binnen de filmwereld ook voorkomen. Hij wil graag met zijn groep de stromen binnen de filmwereld identificeren en bekijken hoe daar een oogstkaart uit ontwikkeld zou kunnen worden.

Hierna splitst men op in kleinere werkgroepen met een kop koffie of thee en een koek van oud brood (!). Deelnemers mogen zelf kiezen waar ze het liefst aanschuiven. Er wordt dieper ingegaan op de gepitchte voorstellen met als doel om concrete plannen te hebben voor het ontwikkelen van verdere stappen voor duurzame catering en een duurzame filmsector.

Conclusies en Plannen

Aan het eind van de avond vertellen de moderators kort wat er uit hun groepen naar voren is gekomen en stemmen de aanwezigen over welk voorstel prioriteit heeft.

Tijn Heerkens en zijn groep concludeerden dat de kennis er allemaal wel is. Alles blijkt maar een paar telefoontjes weg. De problemen zijn relatief simpel. De oogstkaart is heel belangrijk. Een cateraar vroeg zich af of de toiletten niet doorgespoeld kunnen worden met afvalwater. Anderen willen een proef doen met water filteren. Als er meer cateraars zijn die dat willen kun je het samen uitproberen. Voor afvalstromen heeft Renewi al wagens, dus moet er verder met Cor gesproken worden. Laten we het met elkaar doen. Er is veel enthousiasme! Leuk dat hij nu weet dat Harm ook zijn bussen CO2 neutraal kan maken. En dit is dan precies zijn voorstel voor een vervolgstap: Er moet een platform komen. Je moet weten wie misschien een deel van je oplossing heeft. Green Film Making kan de website uitbreiden met een kennisplatform komen om uit te wisselen. En er moet crowdfunding voor Green Film Making komen. Want we moeten het zelf doen, met een investeringsconstructie zoals geld Groen wassen en niet afhankelijk zijn van subsidieregelingen. Wie is voor een platform en oogstkaart? = Bijna iedereen.

Anne Stijkel was verheugd door het contact bij een grote filmproducent die aangaf te willen praten over een investering bij de leveranciers. De grote spelers hebben namelijk een belangrijke sleutel, want die huren alles in. Als zo’n speler zegt dat die wil vergroenen, dan kan die dat eisen van alle leveranciers. Dan kunnen alle kleine leveranciers vergroenen. Hebben we de sleutel in handen? = Medium reactie.

Bij de groep van Jurrien en Cor van Renewi werd er voornamelijk over twee dingen gesproken. Ten eerste de logistiek, dat is nog een grote vervuiler. En ten tweede het afval. De verpakkingen die naar de set komen zijn van belang bij de inkoop. En het ophalen van afval moet verbeterd. Het is lastig om precies toe te passen op de set. Er moet onderscheid gemaakt worden tussen de soorten filmset; klein, middel en groot. Renewi wil wel pilots draaien om dit te testen. Welke producties zijn goed voor een zero waste pilot? En wie wil met ons mee doen aan de expeditie met zijn productie richting zero waste?: Best veel.

Buurtbewoners bij hun wormenhotel van Stichting Buurtcompost

Arie van Stichting Buurtcompost vertelt dat voor de filmwereld er echt een kans ligt bij composteren. Dat hoeft niet perse met wormen, er zijn ook andere manieren. De uitdaging bij composteren ligt bij de gemeente om een goed verspreid netwerk te maken. Hij wil graag de mensen die werkzaam zijn bij een gemeente stimuleren om dit bij hun gemeenten te pushen. Zodat we overal spullen kwijt kunnen. In Amsterdam is er nu al een jaar wachttijd om wormenhotels te leveren, zoveel animo is er. Dus wordt er nu hard gewerkt aan het uitrollen in andere kleinere gemeenten (Groningen, Delft en Lelystad). Leuke anekdote, met oud en nieuw was hun container als enige niet opgeblazen met vuurwerk. Vandalen zijn toch lief voor wormen. Maar ze hebben meer capaciteit nodig, als iemand met wormen wil werken, welkom! Aries vraag is: wie wil in zijn volgende productie proberen om het lokaal te verwerken en alles wat je meeneemt te composteren? Veel animo. Het hoeft niet per se met wormen, het kan ook ander systeem om op een specifieke situatie toe te passen. Lokaal toepassen is het beste. Dit geld ook voor het voorstel van het rijdende wormenhotel: Je moet het niet heen en weer gaan slepen, maar telkens lokaal oplossen.

Jos van SuperUse vertelt dat zijn groep het over een aantal stromen heeft gehad. Hun conclusie is dat het belangrijkste is om de toekomstige oogstkaart te koppelen aan een platform. Dus delen van kennis: elektrische auto’s, compostbakken etc. Bijna iedereen is voor. SuperUse kan het platform leveren op basis wat ze al hebben als oogstkaart, maar de input moet vanuit de sector komen. Content moet bij de filmprofessionals vandaan komen.

En dat was het einde van de inspirerende avond. Maar niemand ging naar huis zonder een drankje van Green Film Making, met een vega bitterbal van Rotterzwam en een hapje van krekelhummus van Burgs Foods! Er werd nog levendig nagepraat en ook de duurzame markt draaide nog op volle toeren. Het was weer een zeer geslaagde bijeenkomst, iedereen heel erg bedankt voor jullie aanwezigheid!

Nog even de belangrijkste punten op een rijtje

  • Er is behoefte aan een speciaal platform voor uitwisseling gefaciliteerd door Green Film Making.
  • Er is ook behoefte aan een hieraan gekoppelde oogstkaart/materialenkaart waarin inzichtelijk is voor verschillende dingen zoals energie, afval en producten waar het te halen of brengen is. SuperUse is bereid hieraan te werken, als de branche de input levert.
  • Hier moet Green Film Making voor gefinancierd worden, bijvoorbeeld door een ledensysteem of door geld GROEN wassen.
  • Graag komt er een incentive bij subsidies om verplicht duurzamer te werken.
  • Er zou een voorstel ingediend kunnen worden door de film commissioners bij de gemeentes voor het aanvragen van een pas voor toegang op het afvalsysteem, waar dat kan.
  • En ook een voorstel om toegang te krijgen tot het oplaadnetwerk voor elektrische auto’s.
  • Renewi roept producties op voor een pilot voor een zero waste set. Wie wil?
  • Als Renewi zorgt dat er een pilot gedraaid kan worden bij een sector in Amsterdam dan belooft Green Film Making hier een video-rapportage van te maken.
  • Oproep van Stichting Buurtcompost: Wie wil in zijn volgende productie proberen om het afval lokaal te verwerken en alles wat je meeneemt te composteren?
  • Grote producenten hebben als grote afnemer de sleutel in handen om te investeren in het verduurzamen van leveranciers.
  • Het initiatief van Harm Bredero Urban Street Forest kan producties CO2 neutraal maken dmv het planten van bomen op balkons.

Wil je je opwerpen of aansluiten bij een van bovenstaande initiatieven, geef dan een gil! Of stuur een mail naar els@greenfilmmaking.com.

Alle foto’s zijn gemaakt door Dorien Grötzinger.