Op zaterdag 30 mei organiseerde de NBF het Dutch LED Seminar in samenwerking met Het Licht, Filmmore, NSC, Camalot, en met sponsoring van BBP Light en Controllux. Een seminar in LAB111 over het gebruik van LED licht bij digitale cinematografie. Anton Scholten, voorzitter NBF, was aanwezig als moderator. In het panel zaten Wouter Suyderhoud (Colorist), Erwin Roodhart (DOP) en Daaf van der Veen (Het Licht). Keynote speaker van het seminar was Alan Roberts (UK).
Daaf vertelt eerst hoe dit seminar tot stand is gekomen. Het seminar is georganiseerd naar aanleiding van de eerdere LED workshop in het najaar van 2014, waarbij deelnemers met verschillende armaturen en camera’s LED licht konden testen. Tijdens deze workshop, waarbij vooral vrij werd geëxperimenteerd, werd duidelijk hoe specifieke verschillen tussen LED armaturen het beste getest zouden kunnen worden. Vervolgens is er in maart 2015 een nieuwe test opgezet waarbij verschillende LED-armaturen getest zijn met de ARRI Alexa en de Sony F65. In het eerste gedeelte van dit seminar worden de gedraaide tests besproken met het panel.
Het testmateriaal bestaat uit een opstelling in een zwarte ruimte met in het midden een actrice. Zij wordt aan de ene kant door een Tungsten of HMI lichtbron belicht en aan de andere kant door 9 verschillende LED armaturen. Met beide camera’s worden alle LED armaturen op zowel 3200K als 5600K, als óók op 4500K opgenomen, waarbij aan het einde van ieder shot het LED armatuur naar 0 gedimd wordt. Er worden in totaal zo’n 90 shots gedraaid. Het panel en publiek bekijken een deel van de testresultaten.
Vanuit het publiek komen verschillende vragen. Allereerst over de vraag of je kleurverschil in LED licht kunt meten met een light/color meter. Dit is niet mogelijk omdat LED licht een discontinu spectrum heeft dat traditionele meters niet kunnen meten en weergeven. Om het kleurspectrum van LED licht te kunnen meten is een spectrum meter noodzakelijk, echter een spectrum meter toont niet welk filter je kan gebruiken om eventuele correcties in het spectrum te realiseren.
Verder vraagt iemand of LED licht standaard in 5600 of 6400 kelvin komt. Elke fabrikant is daar verschillend in, en ook van model tot model verschilt het.
Een andere vraag uit het publiek gaat over de verhuur van LED licht. Als dit elke dag gebruikt wordt, wordt de kwaliteit namelijk snel minder. Daaf geeft aan dat sommige LED armaturen inderdaad gevoelig zijn voor te hoge bedrijfstemperaturen waardoor de kwaliteit van het spectrum van de LED, na oververhitting van de LED chip, permanent vermindert.
Ook moet doorlopend aandacht worden besteed aan software updates die sommige LED armaturen nodig hebben. Sommige fabrikanten beloven dat LED chips 60.000 uren meegaan, maar dit lijkt Alan Roberts niet erg realistisch. Zelfs eerder beloofde 20.000 uren is bij enkele armaturen in de praktijk bij lange na niet haalbaar gebleken. De levensduur van LED lampen is derhalve nog niet helemaal duidelijk.
Iemand vraagt naar de accu’s en stroom van de geteste armaturen. Daaf geeft aan dat voorafgaand aan de test alle accu’s opgeladen zijn. Wanneer de accuspanning onder een bepaalde drempel komt, werkt een LED armatuur niet meer. Iemand uit het publiek geeft aan dat hij dit zelf een keer getest heeft, en met bijna lege accu’s geen verschil heeft gemerkt.
De volgende vraag gaat over de consequenties voor de kleurcorrectie bij het gebruik van LED licht of gemixt licht. Wouter antwoordt hierop dat de bron van het licht in sommige gevallen kleurcorrectie lastiger maakt en dat je dit met het blote oog bovendien niet goed kunt zien. Elke lichtbron is anders, bij sommige lichtbronnen is het spectrum slechter dan andere. Het mixen van verschillende soorten licht levert ook weer problemen op. Iemand uit het publiek merkt op het ‘eng’ te vinden dat je steeds verschillende resultaten kan krijgen als je lichtbronnen mixt. Alan reageert dat als je een reference source hebt, je elke traditionele lichtbron kan aanpassen tot je ongeveer dezelfde uitslag krijgt. LED lichtbronnen zullen in dat geval zeker niet altijd een identiek spectrum leveren, maar zijn in sommige gevallen wel dicht bij elkaar te krijgen, ook in mengsituaties met Tungsten of HMI. Daaf stipt aan dat dit enigszins vergelijkbaar is met wanneer je Kinoflo’s of verschillende TL buizen gebruikt.
Erwin benadrukt dat het niet alleen draait om de ontwikkeling van de lichtbronnen, maar ook om de ontwikkeling van verschillende camera’s en sensoren. Er waren op de set bij de testdag in eerste instantie ook nog twee andere camera’s: De Canon C500 en de RED Epic. Om de resultaten van de verschillende LED armaturen beter te kunnen vergelijken, werden deze camera’s niet gebruikt.
Als laatste worden correctiefilters besproken. Kun je deze gebruiken? Het is vanwege het discontinue spectrum in de praktijk niet altijd mogelijk om specifieke pieken weg te halen. Wanneer je niet het specifieke sectrum van een LED lichtbron kent, kan je ook de traditionele filters in veel gevallen niet gebruiken. Met name niet om een deel van het spectrum te versterken. Er zijn inmiddels wel LED filters, maar deze halen alleen hele specifieke pieken weg.
Na het bespreken van al deze punten is het tijd voor de presentatie van keynote speaker Alan Roberts. Hij is begonnen bij de BBC in het geluidsdepartement en is langzaam de wetenschappelijke kant achter technische ontwikkelingen op het gebied van Camera en licht kleuren weergave ingerold. Zijn presentatie gaat over de door hem ontwikkelde en door de EBU internationaal geadopteerde “Television Lighting Consistency Index” en hij focust zich in de presentatie deels op de techniek achter de spectrum problemen met LED licht. Alan heeft een aantal wetenschappelijke tests uitgevoerd waarmee hij objectief heeft geanalyseerd welke spectrum problemen LED licht veroorzaakt. Hij gebruikt hiervoor de Color Quality Scale (CQS). Deze formule beoordeelt objectief in hoeverre LED licht matcht met daglicht. Hoe hoger de uitkomst van deze formule, hoe beter het LED licht matcht met daglicht. Hij laat dit zien aan de hand van een color checker kaart waarbij LED licht tegen daglicht aangelegd worden. Al zijn bevindingen zijn te vinden op de EBU Media Technology & Innovation website.
Anton sluit de middag af met een voorlopige conclusie, namelijk dat LED licht steeds meer gebruikt zal blijven worden. Op een gegeven moment zullen de LED lichtbronnen een groot deel van andere lichtbronnen gaan vervangen, dus gebruikers zullen uiteindelijk geen keuze hebben en er mee moeten leren omgaan. Dit zal geen eenvoudige weg worden. Een ander vraagstuk is of LED licht gaat helpen in het kader van Green Film Making. Op dit moment is het voor speelfilm en dramaproducties qua energiebesparing nog niet altijd een rendabel alternatief, maar bij grote TV studio’s en continu gebruik zal het nu al wel degelijk veel verschil maken. We moeten met z’n allen de ontwikkelingen afwachten en hier zo goed mogelijk op inspelen.
Na afloop van het seminar kunnen de bezoekers verschillende armaturen bekijken en testen die beschikbaar zijn gesteld door BBP Light en Controllux. Ook worden er USB sticks uitgedeeld met daarop het gedraaide testmateriaal.
De organisatie kijkt terug op een geslaagde dag en wil alle bezoekers, partners en sponsoren hartelijk bedanken!
Het Dutch LED Seminar werd mogelijk gemaakt door Het Licht, Filmmore, NSC, Camalot, BBP Light,Controllux.
De foto’s van het seminar zijn te vinden op de NBF Facebookpagina, deze zijn gemaakt door Dorien Grötzinger en mogelijk gemaakt door Els Rientjes (Sustainability Manager Nederlandse filmsector)
Via nbf.nl