Want dan wordt het een kans. Verslag van Green Screen Day @ IDFA 2015

Op de jaarlijkse Green Screen Day op IDFA krijgen documentaires met duurzaamheidsthema de volledige aandacht. Net als voorgaande jaren mocht Green Film Making het programma verder vormgeven. Want filmmakers hebben invloed. Invloed met hun documentaires die urgente zaken belichten. De films werden ingeleid en afgekondigd door Sustainability Manager Els Rientjes. Om een brug te slaan tussen de inhoud van de films en green filmmaking nodigde zij bij drie van de vier films sprekers uit die konden duiden hoe je je film kunt verduurzamen achter de schermen. Meer informatie over het filmprogramma lees je hier.

Op deze goedbezochte dag luidde de kernboodschap van de films en sprekers onverdeeld: Het moet anders. Alle systemen waarin we ons bevinden moeten op de schop. Hoe de mens zich tot economie verhoudt. Hoe de mens zich tot de natuur verhoudt. Hoe de mens zich tot andere mensen verhoudt.

‘Omdenken’ met Thomas Rau


Photo: Nichon Glerum

Architect en innovatie-specialist – en nummer 3 in Trouws Duurzame Top 100 – Thomas Rau – is warm pleitbezorger van deze boodschap. In zijn lezing tijdens de Green Screen Day getiteld ‘Ons Zijn is Tijdelijk, de Gevolgen zijn Permanent’ deelde hij zijn visie op de wereld, en waarom het noodzakelijk is dat ons perspectief op de aarde gaat kantelen: “We moeten van een roofmaatschappij naar een oogstmaatschappij”, aldus Rau. Want vanaf 1968, toen de eerste foto van de aarde werd genomen, werden we ons ineens bewust van het feit dat deze wereldbol het enige is wat we hebben, aldus Rau. Meer dan dit is er niet. En dat betekent dat we onze manier van leven moeten veranderen, omdat we nu in rap tempo alle grondstoffen aan het verbruiken zijn. Dat vraagt een andere visie op hoe wij om gaan met die grondstoffen, en in breder perspectief, met onszelf en met de natuur om ons heen.


Photo Nichon Glerum

Rau blijkt een magistraal ‘omdenker’, die met simpele ombuigingen in de formulering inzichtelijk maakt hoe dat kantelen in perspectief er precies uit ziet. Zo ‘moeten we niet nádenken. Maar vóórdenken.’ en ‘je moet dingen niet afschrijven. Maar opschrijven.’ Ook betoogt Rau dat als je in staat bent een probleem heel groot te maken, het dan een kans wordt. Zolang een probleem klein blijft, zal er niets veranderen.

Wat betekent meer welvaart voor de grondstoffen in de aarde?
In de eerste film, Salero (Mike Plunkett, 2015), ontdekt men onder de Boliviaanse zoutvlakte Salar de Uyani – de grootste ter wereld – het mineraal Lithium. Dit is het belangrijkste bestanddeel van oplaadbare batterijen en accu’s, die je bijvoorbeeld in je smartphone of laptop hebt zitten. Moises is een der laatste Salero’s, die werkt op de zoutvlakte, en zijn werk dreigt overbodig te worden door de lithiumvondst. Twee werelden botsen in de film, namelijk de Boliviaanse overheid die de grootste lithiumexporteur wil worden, en daarmee de welvaart in het Zuid-Amerikaanse land wil verbeteren, en die van Moises, die zich verbonden voelt aan de ‘Salar’ en zich niet thuis voelt in een wereld waarin alles draait om geld.

Het nagesprek werd gevoerd met Marnix ten Kortenaar, voormalig professioneel schaatser en een van de oprichters van Dr. Ten. Dit bedrijf houdt zich bezig met het ontwikkelen van de zeezoutbatterij, bedoeld voor zonnepanelen. Een stuk duurzamer, want waar de voorraad lithium in de wereld eindig is, hebben we van de grondstof ‘zeezout’ voorlopig meer dan genoeg. Daarbij wil Dr. Ten de batterij volledig recyclebaar maken. Ten Kortenaar – net terug uit Israël – liet weten dat hij zeker van plan was om naar aanleiding van de film een bezoekje te brengen aan Bolivia.

Is Corporate Sustainability wel echt sustainable?
De tweede film, Banking Nature (Sandrine Feydel & Denis Delestrac, 2015), riep na afloop een hevig debat op tussen het publiek en de uitgenodigde spreker, Elfrieke van Galen (partner van TheRockGroup). De film laat zien wat de gevolgen zijn van het ‘monetariseren’ van de natuur. De financiële wereld is zich er namelijk al een aantal jaren van bewust dat ‘de natuur’ ook als beleggingsproduct kan dienen. Waarmee financiële instellingen zich vervolgens als ‘duurzaam’ kunnen profileren. Is dit een vorm van ‘greenwashing’ die de natuur meer kwaad dan goed berokkent? Of is het ten gelde maken van natuurfenomenen de enige manier om deze te behouden?

Vanuit het publiek kwamen kritische over waarom geld de enige motivatie lijkt te zijn dat bedrijven zich inzetten voor het milieu. Waarom wordt de impact van milieuvervuiling niet bijvoorbeeld gemeten in gezondheid? Van Galen beaamde dat het transitieproces – van grijze naar groene economie –weerbarstig is. Als het gaat om transparantie vindt ze dat de impact op het milieu gekwantificeerd moet worden en in de productprijs moet zitten. Wat de film duidelijk maakt is dat we kritisch moeten blijven als het gaat om corporate sustainability. Niet altijd hebben (goedbedoelde) groene grepen de gewenste effecten. Maar, zo stelt Van Galen, dingen zijn aan het veranderen. Meer bedrijven committeren zich aan duurzame doelen, en zij verwacht dat we over tien jaar in een heel andere wereld leven. Ook zegt ze dat we de kracht van de media niet moeten onderschatten. Bij KLM, waar zij van 2005 tot 2009 senior vice president corporate social responsibility was, werd de film An Inconvenient Truth (Davis Guggenheim, 2006) verschillende keren vertoond. Die opende de ogen van het bestuur, waardoor KLM zich intensiever is gaan bemoeien met het verkleinen van hun carbon footprint.

Waarom heeft de één meer recht op land dan de ander?
De documentaire Land Grabbing (Kurt Langbein, 2015) laat zien hoe neokolonialisme er heden ten dage uitziet. Dankzij de groei van landbouw als investeringsobject claimen overheden, multinationals en investeringsmaatschappijen stukken grond, waarbij de mensen die daar wonen en werken het veld moeten ruimen. Niet alleen de bewoners lijden hieronder. De agriculturele industrie put de grond uit, vervuilt het water en vernietigt traditionele gewassen en landbouwmethoden. Het is een inefficiënte manier van landbouw bedrijven. Kleinschalige landbouw levert namelijk tien keer meer op dan dat het aan energie en grondstoffen kost. Tijd voor een eigen moestuin?

Waarom is het erg dat dieren en planten uitsterven?
Met Racing Extinction (Louie Psihoyos, 2015) sloot Green Screen Day 2015 af. In deze oogstrelende – en soms hartverscheurende – film volgen we de regisseur die zich samen met kunstenaars en wetenschappers inzet om bedreigde diersoorten te beschermen. Tegen stropers, illegale handelaren, overbevissing en tegen onszelf: de autorijdende en vleesetende consument. Als het zeeleven verder afsterft, zal de zuurstofproductie in de oceanen afnemen, en dat beïnvloedt ons op het land net zo goed. De film laat duidelijk zien dat de impact van de mens groot is. Heel groot. Niet voor niets wordt gesproken van het Antropoceen. Het tijdperk waarin de planeet en het klimaat de gevolgen ondervinden van ons handelen. De afgelopen 150 jaar zijn er meer dieren en planten uitgestorven dan ooit tevoren in zo’n korte tijdspanne. De laatste keer dat er een massale uitsterving plaatsvond was 65 miljoen jaar geleden, ten tijde van de dinosauriërs. Racing Extinction wil de kijkers in beweging zetten, om het tij te kunnen keren, en deelt via de website tips en petities.

Kijken naar het ‘waarom’
Sustainability Manager Els Rientjes sprak vooraf en na afloop van de laatste film met een panel van duurzame experts. In het panel bevonden zich Ward Hupperets (Spectral Utilities), documentairemaakster Renée Scheltema en duurzaam ondernemer Tom van de Beek. Hoe wilden zij bijdragen aan een gezondere toekomst? Met Spectral Utilities wil Hupperets de film- en eventindustrie verduurzamen, door hernieuwbare energie toe te passen. Bijvoorbeeld door een wagen op zonne-energie te ontwikkelen. Voor ons green filmmakers betekent dat goed nieuws, want in de toekomst zullen we steeds minder afhankelijk (moeten) zijn van fossiele brandstoffen. Tom van de Beek lanceert duurzame ondernemingen om mensen zich meer bewust te laten zijn van de natuur, bijvoorbeeld de KantoorKaravaan. Ook stond hij ooit aan de wieg van de Green Film Making Competiton, die de duurzame beweging binnen de filmsector op gang heeft gebracht. Documentairemaakster Scheltema plaatste haar film Normal is Over online, waar iedereen hem voor een klein bedrag kan bekijken. Ze stelt dat de inhoud van de film zo urgent is dat ze niet wil wachten tot hij verschijnt op het grote doek. In deze film laat ze zien waarom de wereld te lijden heeft onder onze consumptiedrang, en waarom het nodig is dat wij allen anders gaan leven. Ze stelt dat we verder moeten kijken dan alleen de symptomen van bijvoorbeeld klimaatverandering. We moeten kijken naar het ‘waarom’. Waarom willen we de natuur onderwerpen? Waarom willen we meer spullen, meer geld, meer macht?


v.l.n.r. Els Rientjes, Ward Hupperets, Renée Scheltema en Tom van de Beek. Foto: An de Ridder

En zo komen we steeds weer terug bij de opvattingen van Thomas Rau. Willen we dat onze kinderen en kleinkinderen ook in een leefbare wereld kunnen opgroeien, dan moet ons perspectief op de aarde en haar grondstoffen veranderen. De films laten zien dat onze welvaart groeit, en welke gevolgen dat heeft op de natuur.

Meer over Thomas Rau
Volgens Rau is afval een grondstof. Een grondstof die in de anonimiteit terecht is gekomen. “Afval is een rechteloos product.” Om die reden wil Rau dat de grondstoffen rechten krijgen. Hij heeft als doel gesteld om een universele Verklaring voor de Rechten van de Materialen aan te bieden aan de regering in 2018. Als je hier meer over wil weten kun je de website bezoeken.

Meer weten over Thomas Rau? Op 8 november 2015 zond VPRO’s Tegenlicht een uitzending uit waarin Rau geportretteerd wordt, getiteld ‘Het einde van bezit’.