Tijdens de workshop ‘Green Film Making in Postproductie’ wordt één ding duidelijk: postproducenten are definitely willing to fix this in post. En dat geldt voor de sprekers, die hun ervaringen met efficiency en green filmmaking in de postproductie met het publiek delen. Maar ook voor hen die in het publiek zitten, en kritische vragen stellen. Als opkomst van deze workshop iets zegt over de betrokkenheid met het onderwerp ‘green filmmaking’, dan is de toekomst voor duurzaamheid in film rooskleurig. Want de zaal in FC Walvisch zit goed vol.
Programmamaker Andrea van Pol (AVROTROS, Vroege Vogels, Opium op 4) presenteert de avond met flair. Duurzaamheid gaat om veel meer dan alleen het milieu, het gaat ook over efficiency, stelt Van Pol. Dit aspect – efficiency – staat dan ook centraal in de workshop.
Els leent je een kameel
Sustainability Manager Els Rientjes neemt het woord, en praat ons bij over de laatste ontwikkelingen in duurzaamheid en innovatie in de audiovisuele industrie. Green filmmaking begint steeds meer te leven. Efficiëntie en besparen op tijd en budget zijn daarbij de invalshoek, maar genoeg mensen zijn ook echt intrinsiek gemotiveerd om na te denken over hoe duurzaam hun manier van werken eigenlijk is. Els vertelt de parabel over de Arabier met 17 kamelen. Die wil dat zijn drie zonen na zijn dood zijn 17 kamelen verdelen. De oudste krijgt de helft, de middelste een derde en de jongste een negende. De man sterft, en de zoons staan voor een probleem, want zie maar eens 17 kamelen te verdelen op deze manier. Dan komen ze een oude wijze vrouw tegen die hen haar kameel leent. Met 18 kamelen kunnen ze de som maken. En na afloop krijgt de vrouw haar kameel weer terug. Els ziet zichzelf als de persoon die haar kameel tijdelijk ter beschikking stelt om een probleem op te lossen.
STORM: “Het proces rondom dailies kan nog efficiënter”
Mels Kroon, Datamanager bij STORM Post Production, is de eerste spreker. STORM heeft een systeem (en een app) ontwikkeld waarmee de workflow rondom de dailies en de offlines vele malen efficiënter gemaakt kan worden. Dergelijke tools zijn al eerder beschikbaar gemaakt door andere postproductiebedrijven, maar dit systeem vergroot het gebruiksgemak, en biedt weer extra mogelijkheden aangaande snelheid en veiligheid). Mels legt uit hoe arbeidsintensief het dailies-proces normaal gesproken is, door de vele handelingen die uitgevoerd moeten worden.
Dankzij het systeem van STORM kun je dit terugbrengen tot slechts enkele handelingen. De runner levert de transportschijf in, in zijn eigen ‘sluis’, en daar wordt het materiaal automatisch ingeladen en verwerkt tot dailies die online bekeken kunnen worden.
Deze nieuwe werkwijze is sneller en efficiënter, vertelt Mels. Ook stelt het de productie in staat om 24/7 materiaal aan te leveren, handig voor na een nachtshoot. Ook kan de klant zelf aangeven wie de dailies te zien krijgt. Kortom: efficiënter, minder mensen, minder vervoerskilometers en dus duurzamer. In de toekomst wil STORM een portable systeem, werkend op een 4G netwerk, realiseren voor shoots buiten de randstad of in het buitenland. Daarnaast willen ze werken aan een data handler tool, en uiteindelijk zelfs een auto assembly systeem, dat dankzij stemherkenning en script reading de eerste edit zou kunnen maken.
Dat laatste leidt meteen tot een kritische vraag vanuit het publiek: Wat als het mis gaat, bijvoorbeeld dat het beeld en het geluid niet sync zijn? Kun je de human factor in dit proces wel overslaan? Mels stelt er iets fout kan gaan, als de geleverde data niet kloppen, dus deze worden gecontroleerd door mensen. En later zal hij toevoegen, dat tools als deze mensen juist in staat stellen om zich vooral met het creatieve deel van de postproductie bezig te houden.
Els Rientjes: ‘Leer van elkaars fouten’
Andrea neemt het stokje weer over, en ondervraagt Els naar haar duurzaamheidservaringen als producent. Tja, die waren minimaal, want deadlines en druk op budgetten gingen altijd voor. Over dat ze bij de productie van een grote film een hele dag geluid onbruikbaar bleek En dat dit niet adequaat was doorgegeven. Het moest allemaal opnieuw gedubd moest worden en een grote loopgroep moest naar de geluidsafwerking gebracht worden. Dit soort voorbeelden, van communicatiemissers, inefficëntie, verkwisting van middelen en mankracht worden niet graag gedeeld in de filmsector. Dat zouden we meer moeten doen, want van je fouten kun je leren. En van elkaars fouten al helemaal. Door vroeg te starten, en door mensen van de postproductie ruim op tijd te betrekken, laat je de procesonderdelen beter op elkaar aansluiten, en dat betaalt zich uit. In besparing op tijd en geld.
Post Production supervisors: Betrek de postproductie al in de preproductie
Freelance postproductie supervisors Neeltje van der Heijden en Maarten de Graaf zijn eigenlijk elkaars concurrenten. Maar omdat ze beiden het duurzame werken in de postproductie een warm hart toedragen, delen ze hier samen hun ervaringen. Ze zijn het er beiden over eens: de postproductie moet in de preproductie al betrokken worden bij het proces. Helemaal als het gaat om het postproductiebudget. Want postproducenten kunnen helpen bij het aanvragen van offertes en het maken van deals met facilitaire bedrijven, zodat er goed en passend ingekocht kan worden. Ook willen ze benadrukken hoe belangrijk het is om een post ‘onvoorzien’ in te bouwen voor de postproductie. Want je kunt er donder op zeggen dat er na de productie onvoorziene kosten komen bovendrijven.
Naast dit advies delen Van der Heijden en De Graaf nog meer punten op hun lijstje van meest onderschatte postbudgetposten:
- Visual effects
Dan zegt de producent: “We hebben maar een paar shots bedacht waarin Visual Effects zitten. En dan zijn het er veel meer”. Neeltje: “Tijdens de projectie duiken altijd weer dingen op die toch bewerkt moeten worden. Denk aan slomo’s, maar tegenwoordig ook veel beauty fixes. Ook special make up die aan het eind van de draaidag niet zo goed meer op zijn plek zit, moet geretoucheerd worden”. Maarten: “Aangeplakte baarden gaan nou eenmaal schuiven”.
- Loopgroups
Met als voorbeeld een scène in een café, waar een extra shot bij zit voor het geluid van het geroezemoes op de achtergrond.
- Deliverables
Hoewel je in het begin vaak nog niet weet wie de Sales Agent is, en wie de co-producent, is het toch goed om ook in dit onderdeel de post production supervisor te betrekken. Maarten: “Hier valt enorm veel te winnen. De supervisor kan de contracten goed doorzoeken en goed onderhandelen. Soms wordt er geoffreerd op onderdelen die helemaal niet meer relevant zijn”.
In essentie komt hun betoog neer op een betere samenwerking met de line producer, zodat de postproductie gekend is in het budget en de planning. Neeltje: “Het gaat daarbij niet alleen om geld. Maar ook dat er betere creatieve keuzes gemaakt kunnen worden. Het is zonde voor een regisseur hij of zij na drie jaar werken aan een film van de postproductie te horen krijgt: nee, dat kan niet, het geld is op”.
Nog een laatste advies aan producenten: vraag bij een buitenlandse co-productie de Research Grant Production Incentive aan bij het Filmfonds.
Maria Kramer: organiseer een ‘pre post production meeting’
Maria Kramer is van het geluid. Sinds 2013 is ze als data handler en geluidseditor werkzaam bij Warnier Posta. En ondanks dat veel mensen zich afvragen of het zin heeft om nou altijd maar aanwezig te zijn bij een post productie meeting, wil ze graag één ding duidelijk maken: dat is altijd handig. Niet alleen omdat de software met de dag verandert, maar ook omdat het goed is om met de verschillende heads samen te zitten. Dat je als sound editor weer weet wie er allemaal nog meer bij de film betrokken zijn. En dat je samen een technische workflow kunt uitwerken die aansluit op de inhoud.
Maria pleit voor het testen van de workflow voor de postproductie. En voor het organiseren van een meeting, na de shoot, maar voorafgaand aan de postproductie. “Dan kan iedereen een stuk beter inschatten waar bepaalde problemen zich kunnen voor doen in de audiopost”. Dit is hét moment waarop de heads bij elkaar moeten zitten, vindt ze, en waarin de producent en de line producer kunnen afstemmen welke keuzes er in de postproductie gemaakt moeten worden. In overleg met de regisseur, en om het budget goed te beheersen. Droog en technisch? Ja, wellicht. “Het liefst willen we ons meteen op de inhoud storten”, aldus Maria, “maar juist daarom moeten we eerst die grote en kleine problemen tackelen. Zodat we straks niet een week bezig zijn om alles terug te zetten”. En verder sluit Maria zich aan bij haar voorgangers: “Betrek de postproductie eerder bij het proces. Bijvoorbeeld al tijdens de beeld edit. De audio kan zich bijvoorbeeld alvast bezig houden met de voice-overs. Heb je ook nog eens nettere viewings”.
Job ter Burg: ‘Weet wat je niet weet’
Andrea van Pol kondigt de volgende spreker aan als ‘de superster’. Job ter Burg is één van de bekendste editors van ons land, en daarbuiten. Hij deed onder meer de editing voor Zwartboek (2006), Borgman (2013) en Oorlogswinter (2008). En voor de montage van Tirza (2010) won hij een Gouden Kalf. Welke ontwikkelingen ziet hij in het productieproces anno nu? “De montagekamer begint steeds meer op een hub te kijken. Iedereen wil aanschuiven bij de edit. En de producties worden ook steeds complexer. In elke film, low-budget of niet, worden Visual Effects gebruikt. En iedereen is overgestapt op multichannel geluid”.
Als het gaat over duurzaamheid, ziet Job vooral kansen liggen om de communicatie te verbeteren: “De producties van nu zijn veel complexer, omdat bijna alles een co-productie is. Door goed te communiceren betrek je mensen veel beter, en dan werk je automatisch ook een stuk efficiënter”.
En ja, ook Job vindt het een voordeel als de postproductie eerder in staat is aan te haken in een productieproces: “Ik heb een keer meegemaakt dat soundbewerking aan het begin van de productie al aanhaakte. En dat was heel fijn, want dan begint het denken ook veel vroeger”.
En wat is het belangrijkste in het proces van film maken? “Zorg dat je weet wat je niet weet. Ik was bij Oorlogswinter in gesprek met de camera en regie over het oplossen van een probleem, namelijk dat het in één shot sneeuwde, en in de andere shots in die scène niet. We dachten na over of we dan met nepsneeuw moesten gaan werken om die andere shots gelijk te trekken. Of al die shots opnieuw moesten gaan doen. Maar ja, dat kost ontzettend veel tijd en dus geld. Toen raadpleegden we de VFX-specialist. En die zei: je kunt beter in dat ene shot die sneeuwvlokjes wegpoetsen, dat scheelt veel tijd en moeite. Dus vervolgens heeft hij al de sneeuwvlokjes zitten weghalen. Die out of the box oplossing hadden wij, als niet-VFX-specialisten, nooit kunnen bedenken”.
Kasper Oerlemans over het nut van een Previs
Kasper Oerlemans, Visual Effects supervisor, is de afsluiter van de workshop en deelt zijn inzichten over efficiency in de workflow tijdens VFX. Hij introduceert zichzelf met: “Ja, die sneeuwvlokjes wegpoetsen in Oorlogswinter, dat heb ik dus gedaan”.
Als het gaat om efficiënter werken, liggen die kansen met name bij communicatie en voorbereiding, aldus Kasper. Bij VFX werk je ook met dailies, maar in dit geval gaat het om een vergadering van alle VFX-professionals aan het begin van de dag, over de oogst van de dag ervoor. “Goed dat die dailies er zijn, want doordat iedereen weet wat de anderen aan het doen zijn, werk je veel beter samen”. In navolging van de dailies kent het VFX-proces ook weeklies, waarinde supervisor met de regisseur om de tafel gaat zitten.
Maar waar Kasper het vooral over wil hebben is het belang van de ‘previs’, in feite een bewegende schets in 3D van een specifieke scène. Dit is de grote broer van het storyboard (“En als dat er überhaupt al is, is het ook al heel fijn”) en de animatic (“de geanimeerde versie van een storyboard”). Hij laat de previs zien die Dick Maas maakte van een actiescène in zijn film Sint (2010). “Zonder die previs had ik die specifieke scène niet zo kunnen maken. Door die previs wist ik bijvoorbeeld dat we veel beeldmateriaal van daken van Amsterdamse grachtenpanden nodig hadden. Dus we zijn daarvoor op pad gegaan. Hebben drie nachten lang op daken gestaan en gedraaid. Doordat ik die previs kon laten zien snapten mensen waarom we daar midden in de nachten stonden. Het geeft inzicht in wat we doen, en dat vergroot de betrokkenheid”.
Previs van 2 Fast 2 Furious 6 (Universal Pictures, 2013)
Previs’sen en storyboardsworden door cameramensen soms ervaren als beperkend, voegt Kasper toe. “Omdat je daar je shots en de decoupage mee vast legt. Cameramensen hebben soms het gevoel dat ze hun creativiteit niet meer kunnen laten gelden. Dus betrek hen bij het maken van een previs of een storyboard. En mocht er toch iets veranderen: meld het aan de VFX supervisor, zodat hij of zij dit in de voorbereiding kan aanpassen”.
Waarmee ook Kasper zich aansluit bij de conclusie van de avond: Betrek de postproductie ruim op tijd, en je zorgt voor meer betrokkenheid bij je postproductiecrew, beter communicatie, efficiëntere workflow en bovendien een betere besteding van geld, tijd en energie.
Andrea van Pol roept, na het applaus voor Kasper, nog eens alle sprekers het podium op, om het publiek de gelegenheid te geven om vragen te stellen. Na een korte, en levendige discussie, besluit Andrea de workshop met de zin: “Duurzaamheid in postproductie is leuk, maar er moet wel bij gedronken worden”. Het team van Kus de Kok heeft een heerlijke borrel georganiseerd, en men blijft nog lang hangen om bij te kletsen en te bespreken wat ze in de workshop te weten zijn gekomen.
De organisatie, sponsors én de sprekers zijn ontzettend blij dat deze workshop mogelijk is gemaakt. Waardevolle inzichten zijn gedeeld, kennis is uitgewisseld en mensen zijn geïnspireerd geraakt. Vanuit Green Film Making zijn we van mening dat er nog vele wegen te bewandelen zijn om op de top van Mount Sustainability te geraken. Het is mooi om te zien dat veel postproducenten hierin al de eerste stappen hebben gezet. We blijven ze volgen.
Bekijk alle foto’s, ook van de borrel, op onze Facebookpagina.
De workshop ‘Green Film Making in Postproductie’ is mede mogelijk gemaakt door FC Walvisch, OQTOO, Cam-A-Lot, Hectic Electric, Fenna Lenders en de organisatie van Green Film Making.
Foto’s door Dorien Grötzinger