De laatste film van One Night Stand 11 is net gedraaid. En inmiddels kunnen we de stand opmaken van de ervaringen die producenten Marleen Slot (Viking Film), Ellen Havenith (PRPL) en Frank Hoeve (BALDR) hadden met duurzaamheid op de filmset. In alle producties hebben de producenten en hun uitvoerend producenten hun best gedaan om de processen binnen de productie duurzamer en efficiënter te laten verlopen. En met name op het gebied van transport en catering konden zij mooie stappen maken. Kijkt u even mee?

Papier -> digitaal

Bij de producties van Viking Film, Messias en Planet Beauty, werden callsheets en scripts niet uitgeprint. Marleen Slot: “Grappig om te zien hoe de verschillende crews daarop reageerden. De crew van Messias was relatief jong, net van de filmacademie af, en zij vonden het de normaalste zaak van de wereld om dit soort dingen niet uit te printen. In de crew van Planet Beauty zaten meer oudgedienden, die meer gewend zijn aan papier”. Ook bij de producties van BALDR en PRPL werd zo min mogelijk gebruik gemaakt van papier. De callsheets werden digitaal verspreid, net als de planning en de productieboekjes. Op verzoek printten de productieteams callsheets en dergelijke wel uit. “Maar het scheelt in ieder geval of je 13 callsheets staat uit te draaien, of 30”, aldus Slot.

 

Hervulbare flesjes van Dopper bij PRPL. Foto: Willemijn Kruijssen

Catering

Op de sets van In Vrijheid en Horizon van BALDR werd de catering verzorgd door Appeltje Eitje: “Julie en Laura van Appeltje-Eitje koken zoveel mogelijk biologisch. Ook ‘recycleden’ ze het eten, door van de nieuwe restjes weer nieuwe gerechten te maken.”, vertelt Frank Hoeve. Op de sets van Viking Film zorgde cateraar Das Bäckerei voor nog meer duurzaamheid op de set, door bij beide films een ‘vegadag’ in te plannen.
Bij Cas en Hoe het zo kwam dat de Ramenlapper Hoogtevrees kreeg (PRPL) zorgde de productie voor water op de set, en hervulbare flesjes, waardoor wegwerpflessen niet meer nodig waren. Cateraar Kruijssen & Specerijen maakte daarnaast gebruik van recyclebaar bestek en servies, zorgde ervoor dat het afval gescheiden werd en organiseerde ook steeds ene vegadag.

Transport

Carpoolen deed men in alle producties, en daarin speelde het drukken van de kosten een belangrijke rol. Op de sets van BALDR maakte de crew binnen Amsterdam hoofdzakelijk gebruik van de fiets, net als bij PRPL, waar men af en toe ook de elektrische auto’s van Car2Go inschakelde.

Energie

Bij de films van Viking Film bleek het niet mogelijk om een aggregaat op hernieuwbare energie in te zetten. En bij BALDR werkten ze met zulke kleine licht- en camerateams waardoor een aggregaat nauwelijks nodig was. Alleen bij In Vrijheid werd kleine spaarzame aggregaat ingezet. Op de set van Cas (PRPL) werd de mobiele accu van Green Battery gebruikt voor de catering. Helaas lukte het niet om bij Hoe het zo kwam dat de Ramenlapper Hoogtevrees kreeg de hybride aggregaat van Firefly Clean Energy in te zetten. Die proef staat dus nog open.

 


Hoe het zo kwam dat de Ramenlapper Hoogtevrees kreeg. Beeld via PRPL

 

Postproductie, Art Department en meer

De postproductie van zowel de films van Viking Film als die van PRPL werd gedaan met behulp van het systeem voor dailies van STORM Post Production (lees daar meer over in het verslag van de workshop ‘Green Film Making in Postproductie’). Daarnaast recyclede PRPL de harde schijven van vorige producties. Zorgde Havenith ervoor dat duurzaamheid een rol speelde in het Art Department: De decorwanden en backdrops van de films van PRPL bestonden uit delen van oude producties. Art director Janne Valkenburg zorgt ervoor dat deze na hun tweede ook nog een derde leven gaan krijgen. En omdat Hoe het zo kwam dat de Ramenlapper Hoogtevrees kreeg een periodefilm is, was ook op gebied van styling het gemakkelijk om kleding te recyclen.

En?

Over het algemeen zijn de producenten positief over duurzamer werken. Marleen Slot van Viking erkent dat ze bij deze producties zich bezwaard voelde om nog meer van de crew te vragen: “Deze films waren productioneel best een uitdaging. Om dan aan mensen te vragen om nog en stapje te zetten. In de preproductie hebben we overigens wel veel naar de mogelijkheden gekeken”. Frank Hoeve (BALDR) voegt daaraan toe: “Het is altijd een zeer spannend proces om met jonge makers die hoge ambities hebben een low budget film te maken. We proberen altijd zo efficiënt mogelijk te werk te gaan, door kleine flexibele teams in te zetten. Je bent hierdoor vaker sneller en goedkoper uit, en als vanzelfsprekend werk je dan ook duurzamer”.